donderdag 27 december 2012

Une belle voiture

Twee kereltjes, geschatte leeftijd 8 à 9 jaar oud, voor de vitrine van de brommerwinkel.

Kereltje 1: "Combien ça coute? 3000 euros? Avec ça, j'achète une belle voiture."
Kereltje 2: "Mais non, une voiture c'est plutôt 10000 euros."

maandag 5 november 2012

Pleidooi voor kleinere selders.

Beste landbouwers, groententelers, bio-ingenieurs en andere knoeiers met genen. Wordt het niet eens tijd voor een revolutie in de seldercultivatie? Of liever gezegd een contrarevolutie! U komt jaar na jaar met grotere exemplaren op de proppen. Wordt het niet eens tijd om die evolutie om te keren?

Dat selders gedurig 'vermammoetiseren' is leuk voor de media. Uw ijverige geëxperimenteer is elk jaar goed voor minstens één "Grootste selder van West-Europa staat in Zoerle-Parwijs" artikel. Maar voor de modale keukenprins(es) leidt het verwerken van die kathedralen van selders enkel tot enorme opportuniteitskosten. Ik heb voor mijn gerechten doorgaans maar één stengel nodig! U ontneemt me met andere woorden 'quality time' met mijn sofa, mijn pantoffels en mijn krant.   

Zoals u beter weet dan ik, komen de huidige seldervarianten voort uit veel kleinere planten. U hoeft voor mij de klok niet terug te draaien, want al dat geknutsel van u heeft ongetwijfeld tot variëteiten geleid die beter bestand zijn tegen zowat alle onheil dat een selder in zijn vegetale leventje ook maar zou kunnen tegenkomen. Daarom pleit ik voor de creatie van een dwergselderras. Van die kleine, schattige seldertjes die net genoeg stengellengte bevatten voor een portie napolitanasaus voor 4 personen. Wat denkt u?

maandag 22 oktober 2012

Reverse engineering by night

Als blogger moet je zo nu en dan eens proberen slimmig en gevat uit de hoek te komen. Het vertelt aan je lezers dat jij wel eens hun "opinion leader" zou kunnen zijn in een bepaalde materie. Daarmee koop je weer een beetje loyauteit en je aanhang zal je weblog minstens een nieuw bezoekje waard achten. Logischerwijze houden die slimmigheden rechtstreeks verband met het voornaamste onderwerp van je online dagboek. Je kan zo bijvoorbeeld op je koffieblog een alternatieve methode beschrijven, die gebruik maakt van fotodioden, heel wat draden en een hamer uit de Gamma, om koffiebonen te vermalen. Of op een makeupblog klodder je in een Youtube-filmpje wat met alle gratis staaltjes van haar- en nagellak (die je sponsors je welwillend toegestuurd hebben), tot je er volledig artistiek verantwoord uitziet. 

Als het onderwerp van je blog eerder vaag is, of dat gevat zijn je gewoon niet zo goed lukt, heb je natuurlijk een probleem. En gooi je het best over een andere boeg.

Nu goed, dit geheel terzijde. Er is een dringendere kwestie die me al enkele dagen bezig houdt. Op onze stadskoer heeft zich namelijk een achtpotige webkunstenaar gevestigd. Wat zegt u? Nee, geen HTML-programmeur met vettig haar uit Tsjernobyl! Een spin uiteraard! Uw cynisme treft ons soms diep, weet u? Maar waar was ik gebleven?

Een spin dus, op onze stadskoer. Op het eerste zicht klinkt dat niet heel erg bijzonder. Het is volop spinnentijd en dan zitten die diertjes toch gewoon overal? Dat klopt volledig, wat u daar aandraagt. Ik beken tevens deemoedig geen arachnoloog - laat staan arachnofiel - te zijn. Een onderscheid maken tussen een spinnetje dat zich "perfect normaal" gedraagt of ééntje met een aberrant en/of astrant karakter lukt me met andere woorden niet. Maar dit exemplaar heeft wel iets fascinerends verwezenlijkt.

Het heeft namelijk een web gebouwd over de hele breedte van onze koer. Die is op dat punt 1,70 meter breed. Het centrum van het web bevindt zich op ongeveer 1,5 meter hoogte. In onderstaand diagram heb ik een schematisch overzicht van de hele constructie proberen weer te geven.

Schematisch overzicht




















De spin in kwestie is een kruisspin, denk ik. Toevallig zowat de enige spinnensoort die ik herken en kan benoemen, kwam dat even mooi uit! Het is dus niet meteen de grootste soort onder de achtpotigen.

Wat me nu al enkele nachten bezighoudt is hoe dat beest dat web daar gekregen heeft. Bij de opbouw van zo'n wielweb worden eerst de steundraden aangebracht. Hoe heeft dit dier dat voor elkaar gekregen? Als het al kon springen, zie ik zo'n dingetje van hooguit 2 cm geen 1,70 meter ver springen en tegelijkertijd in volle vlucht nog eens 1,70 meter draad ontrollen uit dat kleine achterlichaampje.

Er is verder geen dak boven de koer. Ze kan zich daarom niet halverwege hebben laten afzakken om intermediaire steunpunten aan te brengen, en de 1,70 meter daarmee in verschillende stappen te overbruggen.

En het web aan één kant bevestigen, vervolgens naar beneden trippelen, over de grond naar de overkant trekken en daar de muur weer op om het web 1,5 meter hoger te bevestigen, lijkt me ook al niet de techniek die werd gebruikt. Vooreerst zou die draad overal aan blijven kleven, toch? Bovendien zou er erg veel restdraad (minstens 4,70 meter is nodig om van de ene kant naar de andere te trekken via de grond) zijn. En hoe krijgt dat kleine wezentje zo'n lange steundraad ooit nog strakgetrokken?

En waarom moet dat web 1,5 meter hoog hangen? Is dat de drukst bevlogen vliegroute onder insecten op stadskoeren zoals de onze misschien? 

Kortom: hoe is het zover kunnen komen op onze koer? Kopbrekens, bloeddoorlopen ogen: dat "reverse engineeren" 's nachts eist zijn tol. Bovendien zit dat dier me elke morgen opnieuw aan het ontbijt uitdagend aan te staren.

Een geniepig starend spinnebeest.



dinsdag 28 augustus 2012

Exclusive I'm sure...

Toch eerst verderop eens kijken...

Als kunst faalt...


Last van de wind.

Gelukkig is er nog die machete...

De Grote Oversteek

De Pride of Canterbury bleek een getaande, roestige bak te zijn.

"Niet verwonderlijk dat Canterbury, de vaak groezelige 'Tales' indachtig, hier trots op is", monkelde Fred Mahieu.

Hij keek toe vanop het zonnedek van de Norman Spirit hoe die Britse veerboot aanmeerde. En daarmee plaats maakte voor een overtocht onder Franse vlag in de andere richting. Niet veel later startte de Norman Spirit zelf de motoren en maakte het grote gevaarte zich klaar voor de afvaart. Fred draaide zich om, overzag de kaai en reconstrueerde voor zichzelf hoe hij met z'n auto vanaf de in de verte zichtbare douanepost tot in het schip geraakt was. Dat was goed verlopen.

Hij wendde zich af van de reling en zette zich wat verderop neer op één van de vele stoeltjes op het dek. Verblind door de zon kneep hij zijn oogleden samen. Een ukje wiebelde langs hem door, op veel te dure maar wel sportieve ukkengympies. Wat verderop stond een wat oudere man, kaal maar met bakkebaarden, over zijn knikker te wrijven als was hij zijn haar goed aan het leggen na elk nieuw windstootje. Fred leunde achterover, strekte zijn rug en zakte wat dieper door in zijn zitje. Er was best wel wat volk verzameld op dat bovenste dek. De zon was er niet vreemd aan.

"Kweeerr! krièh!"

Enkele mantelmeeuwen vervolledigden het gezelschap. Routineus cirkelden ze rond de veerboot. Die leek zich verrassend snel te verwijderen van de kustlijn, vond Fred. Hij sloot de ogen. Het monotone gezoem van de motoren viel naar de achtergrond, en hij ving flarden van een Duitse gesprek op. 

"Hmh...". Hoorde hij nu gemauw? Fred richtte zich op en overschouwde het dek. Aan de trap naar het onderliggende dek, zag hij nog net een kattestaart wegglippen.

"Een kat. Hier?"

Fred stond op. Zijn linkervoet sliep. Dekselse zeteltjes. Hij hompelde de trap af.

"Waar is dat beest? Niet op dit dek. Hieronder misschien?"

Werktuiglijk trekkebeende hij verder naar beneden. Hah! Zag hij niet nog net een kat wegglippen door de openstaande deur van de passagierslounge? Fred haastte zich zo snel als mogelijk naar binnen. Over het wat verweerde tapijt van de met kitscherige goudkleurige stroken afgewerkte gang sjokte hij verder richting lounge, sloeg linksaf in een smaller zijgangetje, negeerde het "personnel only" bordje op de eerstvolgende deur, en daalde via de daarachter liggende diensttrap verder af naar het dek waar hij zijn auto meticuleus tussen de daarvoor bestemde witte lijnen had geparkeerd.

"Niemand hier..."

Fred bukte zich en wierp een blik onder de rijen geparkeerde wagens.

"Misschien heeft die kat zich hier ergens genesteld. Katten houden van nagloeiende automotoren, toch?"

Aan de overkant stond een deur halfopen. Fred besloot dat de kat allicht daar naartoe gerend moest zijn. Achter de deur vond hij opnieuw een trap, dit keer naar boven, die hij veel flukser wist aan te vatten. Die linkervoet was inmiddels ontwaakt. Twee verdiepingen omhoog en hij bevond zich in een gang die naar het restaurant leidde. Of dat leidde hij alvast af uit de geur van smeuïge grootkeukenaardappelpuree, die hij meende te ontwaren.

"Dat beest heeft dat voedsel natuurlijk gero..."

"Monsieur...?"

Verward keek Fred voor zich uit. Het ukje met de blitse gympies staarde hem met grote ogen aan, een lolly flink in dat kleine handje geklemd, voor zich uit stekend.

"Typhaine! Laisse le monsieur...", riep de moeder van op een afstand haar spruit toe. Het kind draaide zich om, wiebelde een eindje voor zich uit, keek nog eens om, keek omhoog en probeerde nu contact te leggen met een toevallig voorbijzwevende meeuw. 

Fred wreef zijn ogen uit, en zag de witte krijtrotsen van Dover recht voor zich opdoemen. 

Je verdiende loon

Een boekhandeltje uit Boortmeerbeek
had klanten waarop het wel neerkeek.
Vooral die met bon,
die hij ergens won,
bedotten ze terwijl ie toekeek.

zondag 24 juni 2012

Wat doet een mens?

Wat doet een mens zoal op een druilerige zomerzondag, in afwachting van de thuiskomst van zijn of haar geliefde(n)?

Zelf soepballetjes rollen bijvoorbeeld. Een hele klus, maar zoals bij alle leuke karweitjes overtreft de voldoening achteraf hier ruimschoots de inspanning.

Tijd goed besteed












Om de maaltijd nog enigzins evenwichtig te maken, gooi je wel best nog wat groenten in een pot en maak je daar dan een tomatensoepje van of zo.

Tip: niet te spaarzaam met die balletjes!












Al dat rood brengt dan ook meteen wat kleur in je dag.

donderdag 21 juni 2012

Gevonden!

Anticiperend op uw zoekertje

"Gezocht: Mijn schrf. Metaalklrig mt ronde kp."

 

publiceren we hier alvast het 'vindertje': 

"Ze zat in mijn band. Op te hlen id bndencentrale. Gn dank."

 

Uw schroef in mijn band.

zaterdag 16 juni 2012

Over het belletje

Dan ben ik maar een muggenzifter: ik vind de zinsnede 'Bedankt voor het belletje' hoogst ongelukkig. Het is om te beginnen semantisch al niet correct. Tenzij iemand je net een kleine bel geschonken heeft. Of dat je je van turbotaal bedient om je erkentelijkheid over te brengen aan een persoon die je net een kattebelletje overhandigde. Daarnaast klinkt het ook helemaal niet aardig. Je bagatelliseert met dat -letje meteen datgene waar je zo dankbaar voor wil zijn. 

Er zijn overigens meer dan voldoende alternatieven. 'Bedankt voor het bellen' bijvoorbeeld. Niks mis mee, toch? Of 'Dank voor uw oproep'. 'Dat telefoontje was aangenaam.' als het echt een kort telefoongesprek betreft. Of als het dan toch in turbotaal moet: 'Foon was vet, man' (of zoiets). 

zondag 20 mei 2012

Duidelijkheid gevraagd.

Wat is dat met de namen van kapperszaken? Ofwel gaat het om een combinatie van 2 of 3 uit de lijst van volgende begrippen: 'hair', 'design', 'style', 'elegance', 'elite', 'fashion' en 'liberty'. Ofwel krijg je iets wat helemaal nergens op slaat. 

Zoals daar is 'Kapsalon Babylon'. Geen haar op je hoofd dat eraan denkt daar binnen te stappen, toch? Want voor je het weet, loop je wegens een aan dat land uit de Oudheid aangemeten spraakverwarring met een beschamende coupe buiten. 'Hanekam' zou zo bijvoorbeeld best wel eens Perzisch voor 'schuine zijstreep' kunnen zijn, toch? Je weet maar nooit. Een ander voorbeeld? 'Kapsalon BrainWash'! Misschien is daar wel een cliënteel voor, maar bij mij stopt het toch aan de hoofdhuid. En wat te denken van 'Het Virtuele Kapsalon'? Dat is dan zoals kapsalonnetje spelen met je dochter van 5, alleen betaal je voor de ervaring?

Waarom niet gewoon een duidelijke naam? Bijvoorbeeld 'Het Scherpe Schaartje'. Zo weet je meteen: die man of vrouw gebruikt tenminste adequate apparatuur. Je zou ook kunnen verwijzen naar een bepaalde specialisatie. Bijvoorbeeld 'In de vrolijke pony', of 'De krultang'. Gewoon wat duidelijkheid. Zoveel is dat toch niet gevraagd?

vrijdag 13 april 2012

De wedstrijd

"Jaja, meneer de schepen. En ik kan nog veel, hoor. Ik doe nog alles zelf."

"Was dit niet die dame", zo slaakte de schepen een innerlijke zucht, "die op het bal van de burgemeester elk jaar opnieuw staat te pochen over hoe ze altijd een poetsvrouw en een tuinman had gehad? Vanaf een bepaalde leeftijd krijgen mensen blijkbaar de behoefte om dingen te gaan doen die ze vroeger nooit hebben gedaan. Of toch te zeggen dat ze ze doen. Om alsnog te tonen dat ze het dan toch zelf kunnen? Wat doet ze dan nog zelf? Haar valse tanden insteken?"

"Mevrouw... euh... Swiggers... Keren we toch even terug naar de hoofdzaak. U wil dus met uw vriendinnen een kaas- en wijnavond organiseren in de feestzaal? Wel, u moet weten dat dat de bevoegdheid is van schepen Terwinge."

"Jamaar, u kende mijn man zaliger Bernard toch goed, meneer de schepen?"

Een nieuwe zucht.: "Het was inderdaad die dame."

"Hum... ja... okee, ´t is goed."

De schepen stond op en stak zijn arm uit in de richting van de deur.

"Ik zal zien wat ik kan doen."

Het dametje bedankte met de nodige plichtplegingen, stond op, nam haar wat groot uitgevallen handtas ter hand en opende de deur. In de gang stond een man, een dertiger, wat verlegen te wachten.

"Ah, Van Steen! Kom binnen. Waarmee kan ik je helpen?"

"´t Is voor de wedstrijd, meneer de schepen...", begon Van Steen.

"De wedstrijd?"

"Ja, de gedichtenwedstrijd van de bibliotheek."

"Oh... jaja, natuurlijk. Wat is ermee?"

"Welja, vorig jaar hadden we een hele hoop inzendingen, en daar zaten er ook heel wat leuke tussen. De winnaar van vorig jaar..."

"Terzake, Van Steen! Wat is het probleem?"

Van Steen keek naar zijn voeten.

"Wel... we hadden de wedstrijd goed gepromoot. Met een artikel in de krant en we waren ook aanwezig op Facebook en..."

"Van Steen!"

"Er is een probleem met de winnaar."

"Ah ja? Hoezo?"

"Er waren wat weinig inzendingen."

"Hoe bedoel je?"

"Er waren 7 deelnemers. Het onderwerp van dit jaar lag blijkbaar toch wat moeilijker."

"Ja, goed, 7 deelnemers. Daar moet je toch een winnaar uit kunnen halen."

"Jamaar, van die 7 waren er maar 4 die de opdracht van de wedstrijd min of meer correct hebben ingevuld: een limerick over grenzen."

"Wel, dan heb je toch nog 4 kandidaten?", rekende de schepen voor.

"Ja...maar één van die 4 is Benoit Verplaetse."

"Wie?"

"Dat is die man die zich uitgeeft voor Baron Michel von Strathausen de Sirmalet. Zijn inzendingen waren in het Duits en het Frans."

"Oei. Oei, die ja. Die valt al af. Dat zou het dan toch makkelijker moeten maken voor je."

"Een tweede is Jo Verougstraete...."

"Die zatlap van in café Oud Westgroenegem ? Goed, die ook niet. Dan hebben we er nog 2."

"Ja, dan hebben we nog Maxime Verhelst..."

"Ah, maar Maxime is toch goed. Schildert die ook niet van die stillevens? Dat is toch zo´n beetje de creatieve duizendpoot hier, he, de kunstenaar van ons dorp? Een fijne vent. Wat speciaal misschien, maar een mooie winnaar."

"Ja, Maxime is heel creatief. Er waren 4 inzendingen van hem. Maar..", zei Van Steen aarzelend, "het metrum van zijn werkjes klopt niet helemaal."

"Bwa, het metrum, is dat zo belangrijk? Maar goed, dan blijft er nog die andere over. Dat is onze winnaar, zeker?".

Voor de schepen mocht het nu wel vooruitgaan.

"Welja, die laatste heeft wel een mooie limerick gemaakt. Met een mooie kadans ook. Pa papapa papa pa papam. Ik vind het de beste inzending. Maar..."

"Ja... Maar...?"

"Hij is niet van Westgroenegem."

"Ah, hola."

"Hij woont zelfs niet binnen de grenzen van de provincie."

De politicus leunde achterover in zijn bureaustoel en kruiste de armen achter het hoofd.

"Niet van de provincie? .... Wat komt die man hier doen misschien?"

"Tja, de wedstrijd was nationaal bekendgemaakt. In de krant en op Facebook."

"Ja, goed, maar waren er geen wedstrijden in zijn buurt? Ze hebben daar toch ook een bibliotheek, mag ik hopen?"

"Ik weet het niet, meneer de schepen, ik weet het echt niet." Van Steen schudde vertwijfeld het hoofd.

"Hmmm... Goed dat je naar mij gekomen bent, Van Steen. We willen als dorp niet in affronten vallen bij de lokale media. Eind dit jaar zijn er ook weer verkiezingen. Dan willen we een goed figuur slaan, ook op cultureel vlak."

"Kunnen we niet gewoon Verhelst laten winnen?", ging de schepen voort.

"Jamaar, het metrum van zijn inzendingen..."

"Jaja, dat metrum..."

"Ik zou er op de uitreiking ook graag bijvertellen waarom de winnende inzending won. En bij een limerick is niet alleen het aantal lettergrepen van belang, maar ook de kadans. De zwierigheid van de zinnen... En een pointe. Het mag wel grappig zijn."

"Jaja, okee, ik heb het begrepen. Luister: hier is wat we doen. Je leest de gedichten van de baron en die zatlap voor..."

"Ik dacht eigenlijk om de inzendingen in een powerpoint presentatie weer te geven, en ze te projecteren zodat de mensen ze meteen zouden kunnen..."

"Jaja, goed, doe het dan maar zo. Je geeft iedereen wat aandacht, en dan maak je de laureaten bekend."

"Laureatén?"

"Ja, één winnaar voor de competitie in Westgroenegem, dat is dan Verhelst, en één erbuiten."

"Euh... okee. En de prijs, die boekenbon van 50 euro?"

"Van Steen! Die deel je gewoon in twee! Was dat alles? Ik heb nog werk..."

donderdag 29 maart 2012

"Dat is voor weg te gooien."

Als je een gat in de markt ontdekt hebt, kan je er maar beter volledig voor gaan. Want voor je het weet, snoept een andere ondernemer de kaas van je brood. Dat moet ook De Visser gedacht hebben.

De Visser, zo heet de man natuurlijk niet echt. Het is de naam die de ik-persoon in onderstaand relaas, en zijn naaste omgeving, voor hem bedacht hebben. De Visser heeft ontdekt dat mensen lege flessen en ander glas weggooien. In glasbollen. Sommige mensen gooien zelfs flessen weg waar je nog statiegeld voor kan ophalen! Dat zette de Visser aan het denken. Denken dat al snel uitmondde in allerlei statistische modellen. Zelfgemaakte grijparm plus Wallaroo plus anonimiteit en veiligheid verstrekkende helm plus meerdere plastic zakken is gelijk aan "katching". Een kosten - batenanalyse bepaalde het ideale aantal glasbollen dat per dag moeten worden aangedaan om de winst te maximaliseren. En zo geschiedde en geschiedt. Elke dag legt De Visser een parkoers af langs een selecte keur van glasbollen. Misschien volgens een vaste route, of misschien verschilt die wel van dag tot dag. Want is de dinsdagavond bijvoorbeeld niet de ideale avond om je glas te dumpen? Het is een goed bewaard geheim, veilig weggeborgen in de koker en onder de helm van De Visser.

Dinsdagvoormiddag, kwart over elf. Twee flessen wijn, een pot confituur en eentje waar dipsaus in zat. Rinkelend in een zakje langs het voetpad tot aan het parkeerterreintje waar ook het glazen goud haast achteloos wordt achtergelaten. En daar zag ik hem: De Visser. Hij draait zich net weg van zijn goudader, en stapt op z´n Wallaroo af. De grijparm wordt weggeborgen en de plastic zakken aan het stuur van de brommer worden één voor één geïnspecteerd. Ik zie hem nog zo "my precioussss" fluisteren, maar dat kan mijn wat levendige verbeelding zijn. Ik nader, hij kijkt op.

"Kan je hier wat mee?" Ik steek mijn zak vooruit. De Visser stapt op me toe en werpt een blik naar beneden. Twee seconden, meer heeft een getraind glaskenner niet nodig.

"Dat is voor [sic] weg te gooien."

"Okee!" Ik draai me naar de glasbol en doe wat me net is voorgesteld. De Visser zwiept zijn rechterbeen over zijn Wallaroo en zet zijn route voort. Zou ik hem geld gekost hebben?   

Als blogger kan je het je moeilijk permitteren een trend te missen. Daarom presenteren we een volstrekt lomografisch verantwoord portret van De Visser ten geleide van dit artikel.

De Visser in actie

vrijdag 24 februari 2012

Wat heb ik hier nu eigenlijk gekocht?

Soms moet je al eens gek doen om wat spanning te brengen in de dagdagelijkse routine. Voor de ene is dat een espresso nemen aan de koffieautomaat in plaats van de gebruikelijke cappuccino. Dat is dan een zeer milde vorm van geestvervoering. De andere werpt geblinddoekt een pijltje naar een wereldkaart en bestelt prompt tickets voor de eerstvolgende vlucht naar het resulterende gaatje in die kaart.

Dat van die koffie vind ik zelf wat sloompjes, en in cafésporten was ik nooit een held. Maar buiten de lijntjes kleuren is leuk, en dus pleur ik bijvoorbeeld al eens iets wat ik ken noch nodig heb in mijn winkelkarretje. Zoals onlangs een pakje 'ezelsbroodjes'. Volgens het etiket is dat iets met karnemelk, water, bloem, roggebloem, gist, boter, hazelnoot, rozijnen en gekonfijte krieken. Een hele hap, maar wat moet ik nu aan met die dingen? Het etiket bevat dan wel een ellenlange lijst van ingrediënten, een gebruiksaanwijzing is onvindbaar.

Dan maar even op de kassabon gekeken, maar dat maakt de verwarring eigenlijk alleen maar groter.



Brood voor dieren? Dus ik moet op zoek naar een ezel met een appetijt voor karnemelk, hazelnoot, rozijnen en gekonfijte krieken?

Of is het brood van dieren misschien??? Dat is misschien toch wat vreemd.

Of gaat het om brood v/d Ieren? Iers brood dus.

vrijdag 3 februari 2012

Bedenking

Is het écht heel fout als je nog graag over de platgereden sneeuw op de baan glijdt? Of is het aanvaardbare speelsheid zolang je gestel het toelaat?

vrijdag 27 januari 2012

Liefste koelkaststalactiet

Plots was je daar
onuitgenodigd onaangekondigd
onverwacht maar je
bent niet on-welkom.

Nu hang je daar
onwrikbaar onbuigzaam
onderkoeld maar je
laat me niet onbewogen.

dinsdag 24 januari 2012

Een vervelende denkfouth

Welshman Robert Recorde schreef in 1557 het boek "The Whetstone of Witte", waarin het gelijkheidsteken werd geïntroduceerd. In datzelfde werk beschreef hij ook de achtste macht. Of anders gezegd: het kwadraat van het kwadraat van het kwadraat ('square of squares squaredly'). Maar in die tijd werkte men nog niet, zoals nu, met 'superscript' om zoiets uit te drukken. Recorde vond daarom de term 'zenzizenzizenzic' uit. 

Erg creatief wel van die meneer Recorde. Mogelijk zag hij een gat in de rond die tijd opkomende moderne woordenboeken en besloot het meteen met een statement van een woord te vullen. Maar je botst met dit soort constructies toch al snel op een aantal limieten.

(denk er in onderstaand extract zelf de -th's uit het Early Modern English bij; zoals in 'Thou art thyself, though not a Montague' enzoverder dus)

Philip (broer en vertrouweling van Robert Recorde): "Robert, we have a problem."

Robert: "What now? Don't tell me that damned dog's eaten my bloody whig again?"

P: "No, no. It's a matter of a completely different nature this time. But I'll go check on the dog right after this."

R: "So, what is it?"

P: "They invented the square of squares of squares squaredly."

R: "They did what?"

P: "They invented the square of square of ..."

R: "Yes, yes, I heard you the first time. That's proposterous!"

P: "Some mathematician from Manchester claims he has invented it."

R: "Dear Lord! From Manchester!"

P: "Yeah...!"

R: "Anyway, why is this a problem? Nobody's going to need such ridiculously high numbers after all. Can you imagine the size of the abacus needed to work with them? Nobody's ever going to put that into practice."

P: "Well, I was thinking that sooner or later there's going to be some french king..."

R: "You're right... those damned frogs and their stupid self-important kings!"

P: "And what's even worse... they're going to need a new word for this."

R: "Yes... and?"

P: "Don't you see where this is going? They'll probably call it 'zenzizenzizenzizenzic.'. And then when they invent the square of that, it's going to be 'zenzizenzizenzizenzi...'".

R: "Yes, alright, alright! I get it! .... Good lord, I'm going to be the laughing stock at every single royal court, aren't I? .... Think we can still stop those bloody monks from copying the manuscript?"

P: "I'm afraid not. I heard they're as good as finished... But fortunately we still have that 'equals' sign."

R: "Oh, who bloody cares about that silly thing?!"

zondag 15 januari 2012

Wie woont er in de bank?

Wie woont er in de bank? U heeft het zich als kleuter ongetwijfeld ontelbare keren afgevraagd, tenminste als u al vroeg enige aanleg had als vorser of speurder. En uw ouders staarden u vertwijfeld aan telkens u vastberaden op zoek ging naar de oplossing van dit conundrum. Want in de bank, daar woont toch niemand? Toch? En toch!

De bewoner van de bank




















Het is, weinig verrassend, geen mens met een kloppend hart. Kan natuurlijk ook moeilijk als je met de regelmaat van de klok de sok vol spaarcenten uit de handen van een oma moet gritsen om ze in risicovolle aandelenpakketten te beleggen.Voilà, dat is alweer uitgeklaard.

zaterdag 14 januari 2012

Een nieuwe alias.

Geen medium zo geschikt als het internet om de eclectiek aan facetten in je persoonlijkheid tot uiting te laten komen. Daar maar ik dan ook gretig gebruik van. Zo ontwikkelde ik al een alias op Facebook en op Twitter, op allerlei fora waar ik uit download- en/of informatieoverwegingen toegang tot wilde krijgen en zelfs meerdere op Yahoo mail, want een nep emailadres heb je in het wilde interwesten nooit teveel. Zopas werd ik ook officieel een virtueel personage op StumbleUpon. Voortaan ben ik daar Johnny-Explorer!

Volgt u mee m'n eerste pasjes...

Klik klik!

Een video, "People are awesome"! Rolstoelschansspringen!? Ok, we blijven nog even kijken. 

Een druk op de "Like" knop en... klik!

De The Cool Hunter site. Foto's van allerlei ontzettend coole plaatsen. Ik scroll tot helemaal onderaan.

Like! Klik!

De 100 mooiste woorden uit de Engelse taal. Wist u wat een ailurofiel ('ailurophile') is? Misschien bent u het stiekem zelf wel. En 'tintinnabulation' heeft helemaal niks met Kuifje te maken, hoor.

Like! Klik!

Een foto van de Aurora Borealis. Een vleugje Sehnsucht naar Oslo welt op.

Like! Klik!

Een Ferrari 612 GTO 3

Pfft! Klikkerdeklik!

Een moving gif met in de hoofdrol een Jackie Chan in potloodstrepen. Leuk gedaan.

Like! Klik!

"Portraits of Dogs as They Shake Off Water". Euh...speciaal, dat wel.

Klik!

Een soort Tante Kaat site: "Rubbing a walnut over scratches in your furniture will disguise dings and scrapes." Ah ja...bedankt (denk ik).

En klik!

Aha! Mindfuck Movies! Op 1: 2001. Gezien. Nrs 2, 3, 6, 9, 10, 12, 13, 14, ... allemaal gezien. Verontrustend.

Klik!

Dit is een leuke. Kopieer en plak volgende URL in uw browser (met uw eigen naam waar nu 'uw_naam_hier' staat)':
http://william.hoza.us/text/?t=uw_naam_hier

Klik!

Ik zap nog wat verder. (Oh! De Sixtijnse kapel!) 

Johnny-Explorer out!

dinsdag 10 januari 2012

Jonas, de avontuurlijke kip (epiloog)

Geschrokken lezers maakten er ons attent op dat helden doorgaans niet sterven in verhalen. Zeker niet als ze van de avontuurlijke soort zijn. Wij delen uw bezorgheid. Alleen gaat een verhaal nu eenmaal zoals het gaat… eens u een bepaald perspectief koos om het te volgen. 

De vos keerde terug naar zijn hol. Jonas was helemaal beneveld door het te weinig verdunde abdijbier. Haar kam was er van gaan hangen.  Ze begaf zich wankelend naar de baan langs de stortplaats. Enkele meters verder werd ze gegrepen door een aanstormend nijlpaard dat een halfuur voordien was ontsnapt uit de nabijgelegen zoo. Het kipje overleefde het niet.

Uren verstreken…

Hey, hallo!

Umpff.. wa..?”, kreunde Jonas. Haar kop bonkte hevig.

Alles okee?

W-wie ben jij? Waar zijn we?

We zitten in een legbatterij. En ik ben Frieda.

Juist.” Jonas krabbelde overeind. Voor haar stond een jonge haan met een vaal verenpak. "Ik ben Jonas. Wat is er gebeurd?”

Wel, wat er precies gebeurd is met je, weet ik niet”, zei Frieda, “maar we zijn in een grote truck hiernaartoe gebracht en je was helemaal van de wereld toen je in de oplegger gelegd werd.

Een truck? Dus geen nijlpaard? Dacht echt dat ik eraan was. Had die sherry moeten laten…”, mompelde Jonas.

Huh?

Heh… laat maar.

Frieda en Jonas brachten druk kakelend de rest van de nacht door. Ze werden meteen beste vrienden, in kippemiddens gaat dat heel snel.

De legbatterij was niet echt hun ding. Jonas, omdat springen haar nu eenmaal beter af ging. Frieda, omdat hij een haan is, zij het dan eentje die door zijn beperkte bontheid nogal veel op een hen lijkt. Bij de eerstvolgende poetsbeurt van de hokken, kozen ze daarom het hazenpad. Ze kwamen na heel wat omzwervingen terecht op een afgelegen boerderijtje. Daar besloten ze hun eigen gezin te stichten. Jonas deed ongeveer al het werk en Frieda stuurde naar iedereen die ze hadden leren kennen in de legbatterij een kaartje. Daarop stond met ganzenveer gekrabbeld: “Wij zijn zwanger.” Want ook in de kippenwereld kan je niet zomaar zeggen dat de hen alleen het ei draagt en uitbroedt. En na precies 21 dagen was daar hun eerste kuikentje... Kim.     

maandag 9 januari 2012

Een geslaagde symbiose.

Een complot is het! Van voedingsmogullen en de retailindustrie! Maar ik zwijg niet langer en ben voor de gelegenheid uw klokkenluider!

Waarom die plotse dwaze daad?”, vraagt u zich af. “Waarom riskeert u het weinige dat u al in uw persoonlijk en professioneel leven gerealiseerd heeft door dit goed bewaarde geheim in de openbaarheid te brengen?

Simpelweg omdat ik het niet langer kan aanzien! Ik kijk uit het raam en zie al die stumperds voorbijsjokken, op hun Brompton vouwfietsje, of met een trolley zeulend over het voetpad. En ik besef: die mensen hebben vanmorgen een boterham met chocopasta gegeten. Nutella chocolade-hazelnootpasta in het beste geval, dat wel, maar zelfs dat biedt me slechts een schrale troost. Ze zijn immers allen onderweg naar ergens met een weinig decent gevulde maag.

Hoog tijd om daar verandering in te brengen. Als steeds doe ik dat met de nodige waaghalzerij en met gevaar voor eigen lijf en leden. U hoeft me niet te danken. Danger is my middle name.

DE ONTDEKKING

Verscheidene surveillance-opdrachten leerden me dat de complotteurs de techniek van de diaspora gebruikt hebben. Verspreid wat in essentie bij elkaar hoort, en niemand ziet het grotere plaatje nog. In dit geval zorgden ze ervoor dat de ‘witte muffins’ van Hovis goed weggeborgen werden ergens in een donker hoekje van de broodafdeling van de Delhaize. De ‘tartinade met gedroogde tomaten’ van Carrefour Selection is mogelijk nog beter afgeschermd. Kampeer een tijdje in de afdeling Buitenlandse Zaken (waar u ook de taco- en sushisets kan vinden) van Carrefour en vroeg of laat zal u wel een potje ‘spotten’.

HET PROCÉDÉ

Het procédé is even eenvoudig als geniaal. Snijd de muffins doormidden zodat u 2 dunnere schijfjes overhoudt. Steek ze ongeveer 2 minuten in een broodrooster. Bestrijk ze vervolgens met de tartinade.

ONDERSTEUNEND VISUEEL MATERIAAL

De witte muffins













De tartinade met gedroogde tomaten


Beschamende blogposts (2) : de geslachtsverwarring

Als blogger waan je je, poëet of niet, al snel Kloosgewijs een God in het diepst van je gedachten. Vooruitgestuwd door dat handvol unieke bezoekers, dat je site al dan niet opzettelijk aandoet, laat je je vermeend creatiefste en taalvirtuoze bedenksels los op het wereldwijde web. Het helpt dan als je gewoon heel veel gedachten genereert, zodat die overpeinzingen over opperwezens ergens verschrikkelijk diep achterin een donker hersenmagazijntje gebeuren. Want onvermijdelijk komt die aha-erlebnis die je terugbrengt tot de realistische proporties van een ordinaire taalknuppel van vlees en bloed. 

Sinds mijn geboorte – en dat is toch al weer even geleden – duid ik het door middel van ondiepe greppels afgebakende gebied achter mijn ouderlijk huis aan als ‘de tuin’.  Van medemensen die minder gespeend zijn van een sterke vorm van streektaal wist ik dat je diezelfde zone ook net zo goed ‘denof’ kan noemen. Dit geheel onbestraft, zo leek, want iedereen begreep gewoon wat je bedoelde.

Welnu, pas onlangs, na al die tijd, verwierf ik het inzicht dat ‘de hof’ meer is dan wat lokaal gebrabbel. ’t Is te zeggen: het ís lokaal gebrabbel. Maar dan ‘plaatselijk’ zoals in “het hele Nederlands taalgebied”. Schokkender was echter dat ‘hof’ met deze ontdekking voor mij zijn onzijdigheid en daarmee zijn geslachtsneutrale karakter verloor. Hét hof, dat was die plek waar zowel prinsen als prinsessen pirouettes konden draaien. Waar Arlecchino’s en Columbina’s samen de bühne bevolkten. Waar het niet uitmaakte of het geserveerde vlees dat van een Kapitale Keiler was of dat van een vrouwelijke soortgenoot. Hét kerkhof ook, waar enkel de verweerde zerken nog een genushint bevatten.

De wereld werd plots een pak complexer. Dé hof, zelfst. naamw. (m.). Dé doolhof ook… Schokkend.  

dinsdag 3 januari 2012

Kan gebeuren...

Een verstrooide cassière uit Lo
had waarschijnlijk een offday of zo.
Haar haar zat okee,
maar 't scannen? Oh nee!
De file bracht best wat animo.

De ware toedracht

De rattenwereld is er één van grote diversiteit. Je hebt ze in alle vormen en soorten. Volgen we die ene rat die we hier Steve zullen noemen. In deze tijden van dierenrechten en ecoterrorisme moet wat privacy kunnen, toch? Steve was van jongsaf die rat die lak heeft aan alles wat ruikt naar intellectualisme en anti-conventionalisme. Oh, en vergeten we Achelse Blauwe niet, die vreselijke schimmelkaas! Volgens sommigen de beste van de wereld, voor Steve een regelrechte aanfluiting voor alles wat kies is aan kaas.

Welnu, deze Steve was op een keer olijk aan het snuffelen in het lokale sluikstort. Het moet zo ongeveer rond de jaarwende geweest zijn. Met zijn kop lichtjes achterovergebogen en zijn spitse snuit dansend in de nachtelijke winterlucht trippelde Steve tussen het afval als een pas uitbetaalde fashionista op de eerste dag van de wintersolden. Zijn snorharen flitsten als grijpgrage handjes door de waren links en rechts uitgestald. 

Maar het aanbod was pover, en Steve had al lang spijt dat hij niet in zijn hol was blijven liggen. Niet dat dat past voor een welopgevoede rat. ’s Nachts zoek je nu eenmaal de vuilnisbelten in de nabijheid op en zorg je voor je dagelijkse kost. Of, als je een rat-met-zicht-op-water bent, glip je met het nodige lef een meertouw over en kijk je wat er in of rond de kombuis te rapen valt. Dat doen ratten al langer dan vandaag zo. Als het niet meer zou werken op die manier, had er al lang een clevere rat iets anders uitgevonden. Daar was Steve vast van overtuigd. Alleen die avond hoefde het voor hem even niet. In zijn hol had hij het warm en knus. En hier, tussen de platgeduwde groentenblikjes, de aardappelschillen en de vetslierten was het, gegeven de klimatologische status, allemaal net iets minder aangenaam voor een rat. Als je dan geen stukje kakicake of een andere zoetigheid kan opdiepen uit de troep, was het het dan allemaal wel waard?

Steve begon er wat kregelig van te worden. Hij porde het stuk karton voor zijn snuit wat harder dan gebruikelijk opzij. Daardoor belandde een andere voorwerp, dat tevoren boven het karton hing, ei zo na op zijn kop. Steve deinsde verschrikt terug. Vanop een afstand bekeek hij het ding. Het was een constructie van ijzerdraad met een quasi conische vorm waarbij 4 gevlochten spijlen het onder- en bovenvlak van elkaar scheiden. In dat bovenvlak zat tussen de draad een rond goudkleurig plaatje geklemd waarop in feestelijke letters “CHAMPAGNE” gedrukt stond. 

Hum… interessant.”, dacht Steve.

Hij gaf het kegelvormige ding een duw, zodat het grondvlak ervan op de grond rustte. Vervolgens liep hij in een boogje om het voorwerp heen om het van overal eens goed te kunnen bekijken. 

Um hum… ja, dat ziet er perfect uit.”, mompelde de rat in zichzelf.

Steve wurmde zijn kop tussen de spijlen totdat het gouden plaatje precies bovenop zijn kop zat. Hij liet het vuilnis voor wat het was, en keerde goedgemutst naar zijn hol terug. Daar stond een spiegelscherf tegen de wand. De rat keek vol verwondering naar hoe het pas verworven kopdeksel hem een heel nieuw allure gaf.  

Jajajajajaaa….”, kirde hij met zichtbare tevredenheid. “Dit is het helemaal!”.

Steve was er niet de rat naar om zich over te geven aan veel uiterlijk vertoon, zo vond hij zelf. Hij hield niet van het soort nieuwlichterij waarmee sommige ratten zich bezighielden. Hij had wel eens gehoord van soortgenoten in de bergen in het zuiden die hun voortanden proper schuurden tegen schoenborstels, die mensen in hun portieken zetten bij sneeuwval. Hoogst bizar vond hij dat. En Yolanda, die wat verderop in een rioolput huisde, wilde al eens een lap stof om haar staart wikkelen. Daarmee verloochen je toch je eigenheid als rattekop?!  Hij maakte er al eens een schuine opmerking over tegen haar. Steeds met een kwinkslag erbij, dat wel. Zo heb je gezegd wat je wilde zeggen, maar door de boodschap in flink wat confituur te doppen, verzacht je de pil. Al lachend zegt de rat de waarheid. 

Nu, dit ding op zijn kop paste duidelijk veel meer bij hem dan die wikkel bij Yolanda. Of die witte blinkende voortanden op zijn zuiderse verwanten. Steve was al jáááren ontevreden geweest over dat plukje duinengras op zijn kruin. Had hij vóór zijn geboorte in een hoofdbegroeiingswinkel een snit moeten kiezen, dan was dit wel de allerlaatste die hij zou gekozen hebben. Dit was dus geen nieuwlichterij! Het was een logische evolutie in zijn bestaan. 

De rattengemeenschap keek de eerstvolgende dagen wat verwonderd op toen Steve met zijn ongewone hoofddeksel verscheen op allerlei sociale aangelegenheden. Maar al gauw werd het goudkleurige plaatje spontaan geassocieerd met Steve en werd Steve spontaan geassocieerd met het plaatje. Er waren zelfs ratten die Steves voorbeeld volgden en die met al dan niet geslaagde kopieën op hun kop door de riolen gingen flaneren. Dat vond de bedenker van de nieuwe trend maar niks. Vooral diegenen die met quasi exact hetzelfde plaatje hun kruin bedekten waren hem een doorn in het oog. Met een ongeziene geestdrift begon Steve dan ook verschillende vuilnisbelten af te schuimen, op zoek naar andere hoedjes. Zelfs storten op verschillende dagen reizen van zijn hol frequenteerde de rat nu. 

Na verloop van tijd had Steve dan ook een uitgebreide collectie plaatjes, in verschillende vormen en kleuren. Dat bood hem de mogelijkheid wat afwisseling in te bouwen. Een wit plaatje tijdens een ‘hole warming party’ van een kennis. Een wat chiquer zwart plaatje op een informele kaas- en wijnrestjesavond. Een zilveren of gouden exemplaar reserveerde hij dan weer voor belangrijkere aangelegenheden. 

Zijn collectie bezorgde hem al snel bekendheid in de rattenwereld. Dat zorgde voor verhitte debatten onder rattenintellectuelen. Was Steve wel zo’n trendsetter? Zou dit het aanschijn van de rat in de volgende eeuwen veranderen? Zou het hoofddeksel de kale staart als belangrijkste kenmerk van de rat vervangen? Steve zelf liet het allemaal aan zich voorbij gaan. Dat intellectuele geneuzel kon hem gestolen worden. Al had hij zich wel één keertje flink geërgerd. Er was zo’n wijsneus die hem een ‘placomusofiel’ genoemd had. “Placo”, naar dat plaatje dan, vermoedde hij. Maar “muso”, van muisachtige?? Hoe bespottelijk! Weet diegene die dat woord bedacht dan niet dat muizen eigenlijk ratachtigen zijn, en niet omgekeerd? Het is alsof je een tijger een katachtige zou noemen! Terwijl iedereen weet dat de kat afstamt van oerbeesten als de sabeltandtijger. Dus we hebben het hier dan toch over tijgerachtigen, of niet? En ratachtigen! 

Als dat woord dus al eens aan bod kwam in een levendige conversatie, placht hij te zeggen: 

Je weet toch dat het eigenlijk ‘placoratofiel’ moet zijn?”. 

Waarop de aanwezigen hem steevast met een grote bewondering aanstaarden, en niet anders konden dan buigen voor deze ijzeren logica. 

Door deze en andere opmerkelijke uitspraken en tussenkomsten werd Steve al snel aanzien als een autoriteit in zijn vakgebied. Zo vereerde hij allerhande gastenpanels met zijn aanwezigheid. Hij ging spreken voor rattenjongen en werd later gastdocent aan een rattenuniversiteit. Wat er verder nog met Steve gebeurde, weten we niet precies. We zullen het eens opzoeken… zoals de etymologie van dat woord: ‘placomusofiel’.