maandag 22 oktober 2012

Reverse engineering by night

Als blogger moet je zo nu en dan eens proberen slimmig en gevat uit de hoek te komen. Het vertelt aan je lezers dat jij wel eens hun "opinion leader" zou kunnen zijn in een bepaalde materie. Daarmee koop je weer een beetje loyauteit en je aanhang zal je weblog minstens een nieuw bezoekje waard achten. Logischerwijze houden die slimmigheden rechtstreeks verband met het voornaamste onderwerp van je online dagboek. Je kan zo bijvoorbeeld op je koffieblog een alternatieve methode beschrijven, die gebruik maakt van fotodioden, heel wat draden en een hamer uit de Gamma, om koffiebonen te vermalen. Of op een makeupblog klodder je in een Youtube-filmpje wat met alle gratis staaltjes van haar- en nagellak (die je sponsors je welwillend toegestuurd hebben), tot je er volledig artistiek verantwoord uitziet. 

Als het onderwerp van je blog eerder vaag is, of dat gevat zijn je gewoon niet zo goed lukt, heb je natuurlijk een probleem. En gooi je het best over een andere boeg.

Nu goed, dit geheel terzijde. Er is een dringendere kwestie die me al enkele dagen bezig houdt. Op onze stadskoer heeft zich namelijk een achtpotige webkunstenaar gevestigd. Wat zegt u? Nee, geen HTML-programmeur met vettig haar uit Tsjernobyl! Een spin uiteraard! Uw cynisme treft ons soms diep, weet u? Maar waar was ik gebleven?

Een spin dus, op onze stadskoer. Op het eerste zicht klinkt dat niet heel erg bijzonder. Het is volop spinnentijd en dan zitten die diertjes toch gewoon overal? Dat klopt volledig, wat u daar aandraagt. Ik beken tevens deemoedig geen arachnoloog - laat staan arachnofiel - te zijn. Een onderscheid maken tussen een spinnetje dat zich "perfect normaal" gedraagt of ééntje met een aberrant en/of astrant karakter lukt me met andere woorden niet. Maar dit exemplaar heeft wel iets fascinerends verwezenlijkt.

Het heeft namelijk een web gebouwd over de hele breedte van onze koer. Die is op dat punt 1,70 meter breed. Het centrum van het web bevindt zich op ongeveer 1,5 meter hoogte. In onderstaand diagram heb ik een schematisch overzicht van de hele constructie proberen weer te geven.

Schematisch overzicht




















De spin in kwestie is een kruisspin, denk ik. Toevallig zowat de enige spinnensoort die ik herken en kan benoemen, kwam dat even mooi uit! Het is dus niet meteen de grootste soort onder de achtpotigen.

Wat me nu al enkele nachten bezighoudt is hoe dat beest dat web daar gekregen heeft. Bij de opbouw van zo'n wielweb worden eerst de steundraden aangebracht. Hoe heeft dit dier dat voor elkaar gekregen? Als het al kon springen, zie ik zo'n dingetje van hooguit 2 cm geen 1,70 meter ver springen en tegelijkertijd in volle vlucht nog eens 1,70 meter draad ontrollen uit dat kleine achterlichaampje.

Er is verder geen dak boven de koer. Ze kan zich daarom niet halverwege hebben laten afzakken om intermediaire steunpunten aan te brengen, en de 1,70 meter daarmee in verschillende stappen te overbruggen.

En het web aan één kant bevestigen, vervolgens naar beneden trippelen, over de grond naar de overkant trekken en daar de muur weer op om het web 1,5 meter hoger te bevestigen, lijkt me ook al niet de techniek die werd gebruikt. Vooreerst zou die draad overal aan blijven kleven, toch? Bovendien zou er erg veel restdraad (minstens 4,70 meter is nodig om van de ene kant naar de andere te trekken via de grond) zijn. En hoe krijgt dat kleine wezentje zo'n lange steundraad ooit nog strakgetrokken?

En waarom moet dat web 1,5 meter hoog hangen? Is dat de drukst bevlogen vliegroute onder insecten op stadskoeren zoals de onze misschien? 

Kortom: hoe is het zover kunnen komen op onze koer? Kopbrekens, bloeddoorlopen ogen: dat "reverse engineeren" 's nachts eist zijn tol. Bovendien zit dat dier me elke morgen opnieuw aan het ontbijt uitdagend aan te staren.

Een geniepig starend spinnebeest.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten