zaterdag 3 december 2011

Het verhaal van Sam en Tom.

Sam en Tom zijn 2 ‘scandinavian boots’. Sam is een linker- en Tom een rechterboot, al vergist menig mens zich wel eens in hun podologische oriëntatie. Dat komt door hun afkomst. “Ja! Scandinavian, dat ken ik”, zou de onoplettende lezer nu kunnen gaan denken, “het zijn dus Zweden, of Noren, of misschien wel Denen, niet?” Wel, eigenlijk zijn ze 100% Iers.

Als Sam en Tom konden praten, zouden ze met een iel stemmetje ‘mama’ zeggen tegen Lucy Lovely, het mooiste Lincoln Longwool schaap dat ooit over de weiden van boer Niall Addergoole liep. En dat is niet mis, want het sappige gras daar, op de landerijen langs de Letteragh Road in Galway, heet een delicatesse te zijn in de schapenwereld. Sommigen zeggen dat de hoge concentraties aan vitamine E en selenium daarvoor verantwoordelijk zijn; anderen wenken je, ernaar gevraagd, naar het minst verlichte hoekje van de pub en beweren stellig, maar steevast op fluistertoon dat de feeën verantwoordelijk zijn. Volgens de oude Keltische mythologie gaat de feeënwereld elk jaar opnieuw even over in die van de mensen, zo ter hoogte van het oude kerkhof van Galway. Op het donkerste punt van de nacht vliegen de mythische wezentjes van daaruit fluks de mensenwereld binnen.  Tussen de zerken door slingeren ze  de weiden in. Het feeënstof dat aan hun ivoorkleurige satijnen gewaden was blijven hangen, wordt op die manier over de aardse graslanden uitgestrooid. Eens per jaar glinsteren en flikkeren die daardoor als een flink opgesmukte kerstboom.

Wat er ook van zij, de schapen van Letteragh Road zijn dankzij dit uitstekende voer in de wijde omtrek gekend om hun wolligheid, hun eloquent geblaat en hun doorgrondende schaapachtige blik. Dat Lucy Lovely uitblinkt in al deze disciplines, stemt boer Niall hoogst tevreden. En tegelijkertijd ook wel wat angstig. Want zo'n prijsschaap trekt natuurlijk de aandacht. Toen op een dag een Japanse schapenhandelaar zich in de stad aanbood met een grote koffer vol yens en een samuraizwaard, deed meteen het gerucht de ronde dat Lucy Lovely voortaan in de wei van de Japanse keizer zou ronddartelen. Naast het gras is Galway namelijk ook bekend voor de sterke drank, en daarmee samenhangend de sterke verhalen. Zo beweerde Diarmuid ó Cuinn, een notiore kroegtijger, ooit dat hij tijdens een nachtelijke strandwandeling een Galway hooker* uit het water had zien opstijgen richting de stad om daar maar nipt de nok van de kathedraal te missen. Maar keren we terug naar Lucy. Toen boer Niall hoorde dat een Japanner lelijk in zijn schapen wilde rijten zijn rapen wilde schijten, verborg hij snel zijn favoriete schaap in het kippenhok. Eén van de jongere, onervaren kipjes legde prompt een tweede ei.

De Japanner, een halve dag flink om de tuin geleid door ongeruste buren, was ontdaan van zijn zwaard toen hij tegen de avond lichtjes rood aangelopen het erf van Nialls boerderij kwam opgedwarreld. Aan het krat pale ale onder zijn arm had hij niettemin een mooie deal overgehouden. Na wat plichtplegingen en uitwisselen van business cards (die van Niall keurig met de hand geschreven), besloot de Japanner over te gaan tot de orde van de dag: “Addergoole-san, u weet waar ik voor kom?”. “Euh… voor mijn gras?”, probeerde Niall zich van de domme te houden. “Hai! Inderdaad!”, zei de Japanner, “u bent een wijs man, zoals me gezegd was. Dat doet me plezier.” Niall keek de man wat onthutst aan, maar zag dat het hem bittere ernst was. Beiden waren er nadien snel uit, en sinds die dag vertrekt er elke week een container gras vanuit Galway naar Kyoto. Daar wordt het zorgvuldig herplant en gemasseerd en elke woensdagnamiddag op een Japanse luitconcert getrakteerd. En Lucy Lovely blinkt gewoon verder uit in schaap zijn op haar vertrouwde plekje.

Zowel Sam als Tom zijn nu directe afstammelingen van dit geweldige Ierse dier, en ze zijn zelf ook gezellig maat XL; ze excelleren met andere woorden in het pantoffel zijn. Ze zijn warm, zacht aan de zool, knuffelbaar, maar ook gewoon aangenaam om even aan te raken. En ze zien er toch wat stoer Scandinavisch uit. Tom buigt bovendien lekker mee naar binnen met mijn rechtervoet. Maar ook Sam zou die rol perfect kunnen vervullen. Dat heb je namelijk met éénwollige tweelingen.

* Een traditionele vissersboot
Sam en Tom, broederlijk naast elkaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten