zondag 4 december 2011

Een boekbespreking.

Ik heb dit weekend dat boek gelezen dat je me had aangeraden”, begon ik.

Oh”, zei ze. Dat deed ze wel eens meer. Zo´n korte ´Oh´ waarbij je niet meteen weet of je je verhaal dan maar zal verderzetten of er beter ineens helemaal mee ophoudt. Zou het een floepuitspraak (p.208) zijn: een uitspraak die eruit floept voor ze het weet, zonder dat ze er het type voor is?

Ja”, waagde ik het er dan toch maar op. “Het was niet helemaal wat ik ervan verwacht had.

Hoezo?”, ging ze onverkort kort door.

Wel, het stond bij Taal- en letterkunde in de bib, maar bleek meer een soort verzameld werk van een cabaretière te zijn. Met taal als voornaamste inspiratiebron, dat wel.”, hield ik er de moed in.

Vreemd dat het daar stond. Ik vond het echt een ontzettend grappig boekje”, leek ze nu wat los te komen.

…en ik heb het stukje over de on-woorden gevonden, helemaal achterin, op p. 202 om precies te zijn, bij de Taalmysteries. Elders, bij de Beledigende Complimenten (p.184) werd trouwens ‘onnavolgbaar’ aangehaald. Je weet wel, zoals in Onnavolgbare Kat.”. Ietwat gegeneerd voegde ik daar nog aan toe: “Dat adjectief had ik dus weer mooi voor je uitgezocht.


“Maar”, probeerde ik de situatie snel te corrigeren, “het is natuurlijk alleen maar beledigend als je dat adjectief interpreteert vanuit Het Nee, in plaats van Het Ja!”. (p.183)

Check.

 -- Oei, weer zo’n floepuitspraak? --

Wat ik ook nog wel herkenbaar vond, is het stukje over buitenlandse plaatsnamen en hoe je die uitspreekt. (p.73)”, gooide ik het snel over een andere boeg. “Het is inderdaad wat vreemd als iemand het over Paris heeft in plaats van Parijs. Maar als iemand het anderzijds over Oporto (1) heeft of het Ueno-koen (2) park in Tokio, dan stoort me dat wel, en dan wil ik wel laten zien dat ik ‘betrokken’ ben, zoals de schrijfster dat noemt.

Er stond verder een leuk stuk in over voornamen. De schrijfster wil een lans breken voor de gekke naam. In je jeugd is het even doorbijten, zo stelt ze, maar als je groot bent, en je wilt iets doen waarvoor het nodig is dat mensen je naam onthouden, dan heb je iets goeds in handen. Dat ziet er dus goed uit voor je.” (p.81)


… waarmee ik niet wil zeggen dat jij een gekke naam hebt. Maar het zou wat minder makkelijk zijn als je per se bloemenwinkelgerante of lerares Latijn zou willen worden.

 -- Dat leek niet echt te helpen. --

Wat is dat toch met je, dat je me altijd maar wil beledigen?”. Ze wendde haar blik af.

 -- Ack. Dit gaat niet bepaald de goeie kant op. --

Jawoor!”, probeerde ik dan maar. (p. 137)

Haha.

 -- Dat werkt verdorie echt! --

Fijn dat je het een leuk boek vindt”, besloot ze.

"Ja, dank je wel. Andere boekentips zijn altijd welkom. Ik heb nu toch wat tijd."

(Noot: Alle paginaverwijzingen refereren aan bladzijden uit het boek 'Taal is zeg maar echt mijn ding' van Paulien Cornelisse)
-------------------------------------
(1) In het Portugees heeft de stad Porto een lidwoord: o Porto. De Britten zijn haar ooit verkeerdelijk Oporto beginnen noemen, en dat is helaas in meerdere talen overgenomen.
(2) Koen (spreek uit: ko-en) is het Japanse woord voor park. Ueno-koen park is dubbel op. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten