vrijdag 27 januari 2012

Liefste koelkaststalactiet

Plots was je daar
onuitgenodigd onaangekondigd
onverwacht maar je
bent niet on-welkom.

Nu hang je daar
onwrikbaar onbuigzaam
onderkoeld maar je
laat me niet onbewogen.

dinsdag 24 januari 2012

Een vervelende denkfouth

Welshman Robert Recorde schreef in 1557 het boek "The Whetstone of Witte", waarin het gelijkheidsteken werd geïntroduceerd. In datzelfde werk beschreef hij ook de achtste macht. Of anders gezegd: het kwadraat van het kwadraat van het kwadraat ('square of squares squaredly'). Maar in die tijd werkte men nog niet, zoals nu, met 'superscript' om zoiets uit te drukken. Recorde vond daarom de term 'zenzizenzizenzic' uit. 

Erg creatief wel van die meneer Recorde. Mogelijk zag hij een gat in de rond die tijd opkomende moderne woordenboeken en besloot het meteen met een statement van een woord te vullen. Maar je botst met dit soort constructies toch al snel op een aantal limieten.

(denk er in onderstaand extract zelf de -th's uit het Early Modern English bij; zoals in 'Thou art thyself, though not a Montague' enzoverder dus)

Philip (broer en vertrouweling van Robert Recorde): "Robert, we have a problem."

Robert: "What now? Don't tell me that damned dog's eaten my bloody whig again?"

P: "No, no. It's a matter of a completely different nature this time. But I'll go check on the dog right after this."

R: "So, what is it?"

P: "They invented the square of squares of squares squaredly."

R: "They did what?"

P: "They invented the square of square of ..."

R: "Yes, yes, I heard you the first time. That's proposterous!"

P: "Some mathematician from Manchester claims he has invented it."

R: "Dear Lord! From Manchester!"

P: "Yeah...!"

R: "Anyway, why is this a problem? Nobody's going to need such ridiculously high numbers after all. Can you imagine the size of the abacus needed to work with them? Nobody's ever going to put that into practice."

P: "Well, I was thinking that sooner or later there's going to be some french king..."

R: "You're right... those damned frogs and their stupid self-important kings!"

P: "And what's even worse... they're going to need a new word for this."

R: "Yes... and?"

P: "Don't you see where this is going? They'll probably call it 'zenzizenzizenzizenzic.'. And then when they invent the square of that, it's going to be 'zenzizenzizenzizenzi...'".

R: "Yes, alright, alright! I get it! .... Good lord, I'm going to be the laughing stock at every single royal court, aren't I? .... Think we can still stop those bloody monks from copying the manuscript?"

P: "I'm afraid not. I heard they're as good as finished... But fortunately we still have that 'equals' sign."

R: "Oh, who bloody cares about that silly thing?!"

zondag 15 januari 2012

Wie woont er in de bank?

Wie woont er in de bank? U heeft het zich als kleuter ongetwijfeld ontelbare keren afgevraagd, tenminste als u al vroeg enige aanleg had als vorser of speurder. En uw ouders staarden u vertwijfeld aan telkens u vastberaden op zoek ging naar de oplossing van dit conundrum. Want in de bank, daar woont toch niemand? Toch? En toch!

De bewoner van de bank




















Het is, weinig verrassend, geen mens met een kloppend hart. Kan natuurlijk ook moeilijk als je met de regelmaat van de klok de sok vol spaarcenten uit de handen van een oma moet gritsen om ze in risicovolle aandelenpakketten te beleggen.Voilà, dat is alweer uitgeklaard.

zaterdag 14 januari 2012

Een nieuwe alias.

Geen medium zo geschikt als het internet om de eclectiek aan facetten in je persoonlijkheid tot uiting te laten komen. Daar maar ik dan ook gretig gebruik van. Zo ontwikkelde ik al een alias op Facebook en op Twitter, op allerlei fora waar ik uit download- en/of informatieoverwegingen toegang tot wilde krijgen en zelfs meerdere op Yahoo mail, want een nep emailadres heb je in het wilde interwesten nooit teveel. Zopas werd ik ook officieel een virtueel personage op StumbleUpon. Voortaan ben ik daar Johnny-Explorer!

Volgt u mee m'n eerste pasjes...

Klik klik!

Een video, "People are awesome"! Rolstoelschansspringen!? Ok, we blijven nog even kijken. 

Een druk op de "Like" knop en... klik!

De The Cool Hunter site. Foto's van allerlei ontzettend coole plaatsen. Ik scroll tot helemaal onderaan.

Like! Klik!

De 100 mooiste woorden uit de Engelse taal. Wist u wat een ailurofiel ('ailurophile') is? Misschien bent u het stiekem zelf wel. En 'tintinnabulation' heeft helemaal niks met Kuifje te maken, hoor.

Like! Klik!

Een foto van de Aurora Borealis. Een vleugje Sehnsucht naar Oslo welt op.

Like! Klik!

Een Ferrari 612 GTO 3

Pfft! Klikkerdeklik!

Een moving gif met in de hoofdrol een Jackie Chan in potloodstrepen. Leuk gedaan.

Like! Klik!

"Portraits of Dogs as They Shake Off Water". Euh...speciaal, dat wel.

Klik!

Een soort Tante Kaat site: "Rubbing a walnut over scratches in your furniture will disguise dings and scrapes." Ah ja...bedankt (denk ik).

En klik!

Aha! Mindfuck Movies! Op 1: 2001. Gezien. Nrs 2, 3, 6, 9, 10, 12, 13, 14, ... allemaal gezien. Verontrustend.

Klik!

Dit is een leuke. Kopieer en plak volgende URL in uw browser (met uw eigen naam waar nu 'uw_naam_hier' staat)':
http://william.hoza.us/text/?t=uw_naam_hier

Klik!

Ik zap nog wat verder. (Oh! De Sixtijnse kapel!) 

Johnny-Explorer out!

dinsdag 10 januari 2012

Jonas, de avontuurlijke kip (epiloog)

Geschrokken lezers maakten er ons attent op dat helden doorgaans niet sterven in verhalen. Zeker niet als ze van de avontuurlijke soort zijn. Wij delen uw bezorgheid. Alleen gaat een verhaal nu eenmaal zoals het gaat… eens u een bepaald perspectief koos om het te volgen. 

De vos keerde terug naar zijn hol. Jonas was helemaal beneveld door het te weinig verdunde abdijbier. Haar kam was er van gaan hangen.  Ze begaf zich wankelend naar de baan langs de stortplaats. Enkele meters verder werd ze gegrepen door een aanstormend nijlpaard dat een halfuur voordien was ontsnapt uit de nabijgelegen zoo. Het kipje overleefde het niet.

Uren verstreken…

Hey, hallo!

Umpff.. wa..?”, kreunde Jonas. Haar kop bonkte hevig.

Alles okee?

W-wie ben jij? Waar zijn we?

We zitten in een legbatterij. En ik ben Frieda.

Juist.” Jonas krabbelde overeind. Voor haar stond een jonge haan met een vaal verenpak. "Ik ben Jonas. Wat is er gebeurd?”

Wel, wat er precies gebeurd is met je, weet ik niet”, zei Frieda, “maar we zijn in een grote truck hiernaartoe gebracht en je was helemaal van de wereld toen je in de oplegger gelegd werd.

Een truck? Dus geen nijlpaard? Dacht echt dat ik eraan was. Had die sherry moeten laten…”, mompelde Jonas.

Huh?

Heh… laat maar.

Frieda en Jonas brachten druk kakelend de rest van de nacht door. Ze werden meteen beste vrienden, in kippemiddens gaat dat heel snel.

De legbatterij was niet echt hun ding. Jonas, omdat springen haar nu eenmaal beter af ging. Frieda, omdat hij een haan is, zij het dan eentje die door zijn beperkte bontheid nogal veel op een hen lijkt. Bij de eerstvolgende poetsbeurt van de hokken, kozen ze daarom het hazenpad. Ze kwamen na heel wat omzwervingen terecht op een afgelegen boerderijtje. Daar besloten ze hun eigen gezin te stichten. Jonas deed ongeveer al het werk en Frieda stuurde naar iedereen die ze hadden leren kennen in de legbatterij een kaartje. Daarop stond met ganzenveer gekrabbeld: “Wij zijn zwanger.” Want ook in de kippenwereld kan je niet zomaar zeggen dat de hen alleen het ei draagt en uitbroedt. En na precies 21 dagen was daar hun eerste kuikentje... Kim.     

maandag 9 januari 2012

Een geslaagde symbiose.

Een complot is het! Van voedingsmogullen en de retailindustrie! Maar ik zwijg niet langer en ben voor de gelegenheid uw klokkenluider!

Waarom die plotse dwaze daad?”, vraagt u zich af. “Waarom riskeert u het weinige dat u al in uw persoonlijk en professioneel leven gerealiseerd heeft door dit goed bewaarde geheim in de openbaarheid te brengen?

Simpelweg omdat ik het niet langer kan aanzien! Ik kijk uit het raam en zie al die stumperds voorbijsjokken, op hun Brompton vouwfietsje, of met een trolley zeulend over het voetpad. En ik besef: die mensen hebben vanmorgen een boterham met chocopasta gegeten. Nutella chocolade-hazelnootpasta in het beste geval, dat wel, maar zelfs dat biedt me slechts een schrale troost. Ze zijn immers allen onderweg naar ergens met een weinig decent gevulde maag.

Hoog tijd om daar verandering in te brengen. Als steeds doe ik dat met de nodige waaghalzerij en met gevaar voor eigen lijf en leden. U hoeft me niet te danken. Danger is my middle name.

DE ONTDEKKING

Verscheidene surveillance-opdrachten leerden me dat de complotteurs de techniek van de diaspora gebruikt hebben. Verspreid wat in essentie bij elkaar hoort, en niemand ziet het grotere plaatje nog. In dit geval zorgden ze ervoor dat de ‘witte muffins’ van Hovis goed weggeborgen werden ergens in een donker hoekje van de broodafdeling van de Delhaize. De ‘tartinade met gedroogde tomaten’ van Carrefour Selection is mogelijk nog beter afgeschermd. Kampeer een tijdje in de afdeling Buitenlandse Zaken (waar u ook de taco- en sushisets kan vinden) van Carrefour en vroeg of laat zal u wel een potje ‘spotten’.

HET PROCÉDÉ

Het procédé is even eenvoudig als geniaal. Snijd de muffins doormidden zodat u 2 dunnere schijfjes overhoudt. Steek ze ongeveer 2 minuten in een broodrooster. Bestrijk ze vervolgens met de tartinade.

ONDERSTEUNEND VISUEEL MATERIAAL

De witte muffins













De tartinade met gedroogde tomaten


Beschamende blogposts (2) : de geslachtsverwarring

Als blogger waan je je, poëet of niet, al snel Kloosgewijs een God in het diepst van je gedachten. Vooruitgestuwd door dat handvol unieke bezoekers, dat je site al dan niet opzettelijk aandoet, laat je je vermeend creatiefste en taalvirtuoze bedenksels los op het wereldwijde web. Het helpt dan als je gewoon heel veel gedachten genereert, zodat die overpeinzingen over opperwezens ergens verschrikkelijk diep achterin een donker hersenmagazijntje gebeuren. Want onvermijdelijk komt die aha-erlebnis die je terugbrengt tot de realistische proporties van een ordinaire taalknuppel van vlees en bloed. 

Sinds mijn geboorte – en dat is toch al weer even geleden – duid ik het door middel van ondiepe greppels afgebakende gebied achter mijn ouderlijk huis aan als ‘de tuin’.  Van medemensen die minder gespeend zijn van een sterke vorm van streektaal wist ik dat je diezelfde zone ook net zo goed ‘denof’ kan noemen. Dit geheel onbestraft, zo leek, want iedereen begreep gewoon wat je bedoelde.

Welnu, pas onlangs, na al die tijd, verwierf ik het inzicht dat ‘de hof’ meer is dan wat lokaal gebrabbel. ’t Is te zeggen: het ís lokaal gebrabbel. Maar dan ‘plaatselijk’ zoals in “het hele Nederlands taalgebied”. Schokkender was echter dat ‘hof’ met deze ontdekking voor mij zijn onzijdigheid en daarmee zijn geslachtsneutrale karakter verloor. Hét hof, dat was die plek waar zowel prinsen als prinsessen pirouettes konden draaien. Waar Arlecchino’s en Columbina’s samen de bühne bevolkten. Waar het niet uitmaakte of het geserveerde vlees dat van een Kapitale Keiler was of dat van een vrouwelijke soortgenoot. Hét kerkhof ook, waar enkel de verweerde zerken nog een genushint bevatten.

De wereld werd plots een pak complexer. Dé hof, zelfst. naamw. (m.). Dé doolhof ook… Schokkend.  

dinsdag 3 januari 2012

Kan gebeuren...

Een verstrooide cassière uit Lo
had waarschijnlijk een offday of zo.
Haar haar zat okee,
maar 't scannen? Oh nee!
De file bracht best wat animo.

De ware toedracht

De rattenwereld is er één van grote diversiteit. Je hebt ze in alle vormen en soorten. Volgen we die ene rat die we hier Steve zullen noemen. In deze tijden van dierenrechten en ecoterrorisme moet wat privacy kunnen, toch? Steve was van jongsaf die rat die lak heeft aan alles wat ruikt naar intellectualisme en anti-conventionalisme. Oh, en vergeten we Achelse Blauwe niet, die vreselijke schimmelkaas! Volgens sommigen de beste van de wereld, voor Steve een regelrechte aanfluiting voor alles wat kies is aan kaas.

Welnu, deze Steve was op een keer olijk aan het snuffelen in het lokale sluikstort. Het moet zo ongeveer rond de jaarwende geweest zijn. Met zijn kop lichtjes achterovergebogen en zijn spitse snuit dansend in de nachtelijke winterlucht trippelde Steve tussen het afval als een pas uitbetaalde fashionista op de eerste dag van de wintersolden. Zijn snorharen flitsten als grijpgrage handjes door de waren links en rechts uitgestald. 

Maar het aanbod was pover, en Steve had al lang spijt dat hij niet in zijn hol was blijven liggen. Niet dat dat past voor een welopgevoede rat. ’s Nachts zoek je nu eenmaal de vuilnisbelten in de nabijheid op en zorg je voor je dagelijkse kost. Of, als je een rat-met-zicht-op-water bent, glip je met het nodige lef een meertouw over en kijk je wat er in of rond de kombuis te rapen valt. Dat doen ratten al langer dan vandaag zo. Als het niet meer zou werken op die manier, had er al lang een clevere rat iets anders uitgevonden. Daar was Steve vast van overtuigd. Alleen die avond hoefde het voor hem even niet. In zijn hol had hij het warm en knus. En hier, tussen de platgeduwde groentenblikjes, de aardappelschillen en de vetslierten was het, gegeven de klimatologische status, allemaal net iets minder aangenaam voor een rat. Als je dan geen stukje kakicake of een andere zoetigheid kan opdiepen uit de troep, was het het dan allemaal wel waard?

Steve begon er wat kregelig van te worden. Hij porde het stuk karton voor zijn snuit wat harder dan gebruikelijk opzij. Daardoor belandde een andere voorwerp, dat tevoren boven het karton hing, ei zo na op zijn kop. Steve deinsde verschrikt terug. Vanop een afstand bekeek hij het ding. Het was een constructie van ijzerdraad met een quasi conische vorm waarbij 4 gevlochten spijlen het onder- en bovenvlak van elkaar scheiden. In dat bovenvlak zat tussen de draad een rond goudkleurig plaatje geklemd waarop in feestelijke letters “CHAMPAGNE” gedrukt stond. 

Hum… interessant.”, dacht Steve.

Hij gaf het kegelvormige ding een duw, zodat het grondvlak ervan op de grond rustte. Vervolgens liep hij in een boogje om het voorwerp heen om het van overal eens goed te kunnen bekijken. 

Um hum… ja, dat ziet er perfect uit.”, mompelde de rat in zichzelf.

Steve wurmde zijn kop tussen de spijlen totdat het gouden plaatje precies bovenop zijn kop zat. Hij liet het vuilnis voor wat het was, en keerde goedgemutst naar zijn hol terug. Daar stond een spiegelscherf tegen de wand. De rat keek vol verwondering naar hoe het pas verworven kopdeksel hem een heel nieuw allure gaf.  

Jajajajajaaa….”, kirde hij met zichtbare tevredenheid. “Dit is het helemaal!”.

Steve was er niet de rat naar om zich over te geven aan veel uiterlijk vertoon, zo vond hij zelf. Hij hield niet van het soort nieuwlichterij waarmee sommige ratten zich bezighielden. Hij had wel eens gehoord van soortgenoten in de bergen in het zuiden die hun voortanden proper schuurden tegen schoenborstels, die mensen in hun portieken zetten bij sneeuwval. Hoogst bizar vond hij dat. En Yolanda, die wat verderop in een rioolput huisde, wilde al eens een lap stof om haar staart wikkelen. Daarmee verloochen je toch je eigenheid als rattekop?!  Hij maakte er al eens een schuine opmerking over tegen haar. Steeds met een kwinkslag erbij, dat wel. Zo heb je gezegd wat je wilde zeggen, maar door de boodschap in flink wat confituur te doppen, verzacht je de pil. Al lachend zegt de rat de waarheid. 

Nu, dit ding op zijn kop paste duidelijk veel meer bij hem dan die wikkel bij Yolanda. Of die witte blinkende voortanden op zijn zuiderse verwanten. Steve was al jáááren ontevreden geweest over dat plukje duinengras op zijn kruin. Had hij vóór zijn geboorte in een hoofdbegroeiingswinkel een snit moeten kiezen, dan was dit wel de allerlaatste die hij zou gekozen hebben. Dit was dus geen nieuwlichterij! Het was een logische evolutie in zijn bestaan. 

De rattengemeenschap keek de eerstvolgende dagen wat verwonderd op toen Steve met zijn ongewone hoofddeksel verscheen op allerlei sociale aangelegenheden. Maar al gauw werd het goudkleurige plaatje spontaan geassocieerd met Steve en werd Steve spontaan geassocieerd met het plaatje. Er waren zelfs ratten die Steves voorbeeld volgden en die met al dan niet geslaagde kopieën op hun kop door de riolen gingen flaneren. Dat vond de bedenker van de nieuwe trend maar niks. Vooral diegenen die met quasi exact hetzelfde plaatje hun kruin bedekten waren hem een doorn in het oog. Met een ongeziene geestdrift begon Steve dan ook verschillende vuilnisbelten af te schuimen, op zoek naar andere hoedjes. Zelfs storten op verschillende dagen reizen van zijn hol frequenteerde de rat nu. 

Na verloop van tijd had Steve dan ook een uitgebreide collectie plaatjes, in verschillende vormen en kleuren. Dat bood hem de mogelijkheid wat afwisseling in te bouwen. Een wit plaatje tijdens een ‘hole warming party’ van een kennis. Een wat chiquer zwart plaatje op een informele kaas- en wijnrestjesavond. Een zilveren of gouden exemplaar reserveerde hij dan weer voor belangrijkere aangelegenheden. 

Zijn collectie bezorgde hem al snel bekendheid in de rattenwereld. Dat zorgde voor verhitte debatten onder rattenintellectuelen. Was Steve wel zo’n trendsetter? Zou dit het aanschijn van de rat in de volgende eeuwen veranderen? Zou het hoofddeksel de kale staart als belangrijkste kenmerk van de rat vervangen? Steve zelf liet het allemaal aan zich voorbij gaan. Dat intellectuele geneuzel kon hem gestolen worden. Al had hij zich wel één keertje flink geërgerd. Er was zo’n wijsneus die hem een ‘placomusofiel’ genoemd had. “Placo”, naar dat plaatje dan, vermoedde hij. Maar “muso”, van muisachtige?? Hoe bespottelijk! Weet diegene die dat woord bedacht dan niet dat muizen eigenlijk ratachtigen zijn, en niet omgekeerd? Het is alsof je een tijger een katachtige zou noemen! Terwijl iedereen weet dat de kat afstamt van oerbeesten als de sabeltandtijger. Dus we hebben het hier dan toch over tijgerachtigen, of niet? En ratachtigen! 

Als dat woord dus al eens aan bod kwam in een levendige conversatie, placht hij te zeggen: 

Je weet toch dat het eigenlijk ‘placoratofiel’ moet zijn?”. 

Waarop de aanwezigen hem steevast met een grote bewondering aanstaarden, en niet anders konden dan buigen voor deze ijzeren logica. 

Door deze en andere opmerkelijke uitspraken en tussenkomsten werd Steve al snel aanzien als een autoriteit in zijn vakgebied. Zo vereerde hij allerhande gastenpanels met zijn aanwezigheid. Hij ging spreken voor rattenjongen en werd later gastdocent aan een rattenuniversiteit. Wat er verder nog met Steve gebeurde, weten we niet precies. We zullen het eens opzoeken… zoals de etymologie van dat woord: ‘placomusofiel’.